Naar de toekomst gericht…..

Naar de toekomst gerichtKort na Pasen was ik met een groep uit Noord-Holland tien dagen in Griekenland. Ik bezocht daar de plaatsen, die de apostel Paulus tijdens zijn tweede zendingsreis had aangedaan. In het Nieuwe Testament – in de Handelingen der Apostelen – zijn de verschillende tochten van Paulus beschreven.
Sommige van de daarin genoemde plaatsen, zoals Thessaloniki, bestaan nog steeds. Rond het begin van onze jaartelling was Thessaloniki al een grote stad; nu een stad met ruim een miljoen inwoners. Andere van die plaatsen zijn verdwenen, zoals Philippi. In Paulus tijd had deze stad een dertigduizend inwoners, nu is deze plaats - getroffen door aardbevingen en economische achteruitgang - ‘slechts’ een archeologische opgraving. Paulus schreef naar aanleiding van de bezoeken die hij gebracht had, verschillende brieven: zo ook aan de volgelingen van Jezus in deze steden, aan de Thessalonicenzen, aan de Korinthiërs, aan de Philippenzen. In Athene hield de apostel Paulus op de Areopaag een belangwekkende toespraak.

Omzien en vooruitzien
Ik liep over de opgraving van Philippi en kreeg een flashback: ik zag Paulus daar lopen over de ‘agora’.
Paulus heeft in Philippi gevangen gezeten; het Nieuwe Testament vertelt hierover. De bordjes bij de opgraving verwijzen de bezoekers naar de overblijfselen van de gevangenis waar Paulus zou hebben vastgezeten. Maar misschien zat hij wel op een andere plek in de stad vast. Zeker is echter dat Paulus over de ‘agora’ - het centrale plein: het hart van de stad - gelopen heeft. Ik zag hem daar gaan.
Maar wat mij nog meer trof in Philippi waren de restanten van een drietal kerken, gebouwd in de 4e, 5e en 6e eeuw na Chr. Er staat van deze kerken door verschillende aardbevingen en door de ondergang van de stad niet veel meer overeind. Wel is te herkennen dat deze restanten ooit kerken waren. Je ziet duidelijk de plaats waar het altaar stond, hoe het schip van elke kerk zijn vorm had, waar de voorhal was en waar het buitenplein (de plek van ontmoeting) zich aftekende.
En ik moest bij het zien ervan denken aan onze kerkgebouwen. Bij ons staan ook steeds minder kerken overeind. Kerkgebouwen zijn niet meer beeldbepalend voor onze woonomgeving; ze doen slechts dienst als monument. Kerken worden gesloten, krijgen een andere bestemming of worden afgebroken. De reden ervan is niet een aardbeving of een economische achteruitgang; het is het gevolg van een veranderende tijd. Er zijn minder priesters dan vroeger en steeds minder mensen bezoeken de kerk. Het lijkt wel alsof onze tijd geen behoefte meer heeft aan een kerkgebouw; slechts de restanten blijven staan. Gelukkig zag ik Paulus lopen en hierdoor kon ik weer vooruit.
Een stap vooruit
Want waar gaat het om? Het gaat om de mensen, leert Paulus mij. Ik had eerlijk gezegd nog nooit iets over de kerken in Philippi gehoord of gelezen. Het schijnt dat het koepeldak van een van de kerken naar beneden stortte, vlak voordat de decoratieschilders hun werk voltooid hadden. Niemand heeft hun werk kunnen bewonderen en niemand heeft ooit melding kunnen maken van hoe fraai het resultaat was. Dat is spijtig. Maar gelukkig was Paulus daar. Want meer dan het oorspronkelijke bouwwerk zegt de daar aanwezige apostel mij iets. Hij pleit ervoor dat de in Philippi wonende Romeinen – de niet-Joden – tot de groep van Jezus volgelingen gerekend worden. Volgens Paulus behoren ook de niet-Joden die in Messias Jezus geloven – ook als ze niet besneden zijn of de spijswetten niet onderhouden – tot de kinderen van Abraham. Ieder mag zich thuis voelen bij Jezus, die de Christus is. Dat schrijft hij in zijn brief aan de christenen van Philippi. En zoiets schept ruimte, dat is winst.
Natuurlijk had ik de verschillende kerken van Philippi graag in complete staat willen zien, maar meer geraakt ben ik door de woorden van Paulus aan de Philippenzen. Dat is ook een les voor onze tijd: al staan de kerkgebouwen er momenteel minder florissant voor, uiteindelijk gaat het om de taal die we met elkaar spreken.

Ruud Visser, pastoor